Ken je dat? Je gaat naar de winkel voor een paar boodschappen en komt terug met producten die je helemaal niet van plan was om te kopen. Je hebt ze eigenlijk ook niet nodig. Misschien ben je gezwicht voor je zeurende kinderen met als gevolg dat de halve snoepafdeling van de supermarkt opeens in je keukenkastjes ligt. Of je werd verleid door aanbiedingen die ‘te mooi waren om te laten liggen’. En zelfs als je niet veel bijzonders hebt gekocht, kan de kassabon tegenvallen. De paar boodschappen die je hebt gedaan tellen toch al snel op tot een flink bedrag.
Het zal voor veel mensen herkenbaar zijn. Uit onderzoek van het platform ‘Wijzer in geldzaken’ blijkt dat bijna veertig procent van de Nederlandse consumenten dit jaar het voornemen had om te besparen op zijn dagelijkse boodschappen.
Om je hierbij te helpen, hebben we een aantal praktische tips op een rijtje gezet om bewust(er) boodschappen te doen en geld te besparen.
1. Maak een begroting en stel vast welk bedrag per week je kunt besteden aan boodschappen
In een begroting breng je jouw maandelijkse inkomsten en uitgaven in kaart. Op deze manier kun je precies berekenen hoeveel geld je per maand kunt uitgeven aan boodschappen. Je kunt dit vervolgens terug rekenen naar een weekbudget. Je weet waar je aan toe bent en je kunt op basis hiervan bewuste keuzes maken. Maak gebruik van de maandbegroting van het Geldloket.
2. Pin aan het begin van de week jouw weekbudget
Met pinnen geef je vrijwel ongemerkt geld uit. De schade is pas zichtbaar als je inlogt op jouw betaalrekening. Als je contant afrekent, voel je elke euro die je uitgeeft letterlijk in jouw portemonnee. Je houdt hiermee goed zicht op jouw weekbudget.
3. Maak een weekmenu
Het maken van een weekmenu heeft verschillende voordelen. Als je een weekmenu maakt, weet je welke boodschappen je die week nodig hebt. Bij het maken van een weekmenu kun je rekening houden met aanbiedingen. Ook voorkom je dat je op het laatste moment nog iets voor het eten moet bedenken en dan kiest voor een dure kant- en-klaar maaltijd.
4. Maak een boodschappenlijstje
Een boodschappenlijstje voorkomt impulsaankopen. De grote uitdaging is natuurlijk wel om je ook echt aan dat lijstje te houden. Kom je toch in de verleiding om iets te kopen wat niet op jouw lijstje staat, stel jezelf dan de vraag ‘heb ik het echt nodig?’.
5. Beperk het aantal bezoeken aan de supermarkt
Hoe vaker je in de supermarkt bent, hoe vaker je in de verleiding komt om aankopen te doen. Beperk jouw supermarktbezoek daarom bijvoorbeeld tot 1 of 2 keer per week, of bestel online.
6. Houd aanbiedingen in de gaten en koop groter in
Wanneer producten in de aanbieding zijn, kan het handig zijn om groter in te kopen dan je normaal gewend bent. Het is voordeliger om ze nu te kopen dan volgende week als ze weer duurder zijn. Let natuurlijk wel op de houdbaarheid van het product. Schoonmaakmiddelen, verzorgingsartikelen, frisdranken zijn producten die zich hier goed voor lenen. Vraag je ook hierbij wel af of het producten zijn die je daadwerkelijk nodig hebt en gebruikt. Zo voorkom je dat je de producten alleen maar koopt omdat ze goedkoop zijn.
7. Doe geen boodschappen op een lege maag
Als je trek hebt, zul je sneller geneigd zijn om onnodige producten te kopen. Zorg dus dat je met een gevulde maag naar de supermarkt gaat.
8. Leid jouw kind af tijdens het boodschappen doen of spreek af dat hij een kleinigheidje mag uitzoeken als hij niet zeurt
Voor kinderen is de supermarkt een walhalla van lekkernijen. Het kan best lastig zijn om steeds ‘nee’ te moeten zeggen als jouw kind snoep in het karretje gooit. Je kunt jouw kind van het snoep afleiden door bijvoorbeeld alvast iets te eten te geven tijdens het winkelen of door hem te laten helpen bij het boodschappen doen. Een andere optie is om af te spreken dat hij een toetje (of een ander kleinigheidje) mag uitkiezen als hij goed helpt en niet zeurt.
9. Kijk onderin het schap en kies voor een goedkoper alternatief
In de supermarkt heb je keuze uit dure A-merken, huismerken en andere goedkopere merken. Als je meestal voor de duurdere merken kiest, kun je proberen of een goedkoper alternatief je ook bevalt. De goedkopere merken bevinden zich vaak onderin het schap. Even bukken dus!
10. Bereken de prijs per gewicht of inhoud
Soms lijken producten goedkoper maar zijn ze dat in werkelijkheid niet. Om een goede vergelijking tussen producten te kunnen maken, bereken je de prijs van producten terug naar een bepaalde hoeveelheid, bijvoorbeeld een pond of een kilo.
Rekenvoorbeeld
Je kunt kiezen uit twee stukken belegen kaas. Het ene stuk weegt 545 gram en kost €6,91. Het andere stuk weegt 805 gram en kost €8,59. Voor het kleinere stuk kaas betaal je minder, maar het is per kilo duurder. De prijs per kilo van het kleinere stuk kaas bedraagt namelijk €12,67 en dat van het grotere stuk kaas €10,67.
Je kunt dit natuurlijk ook op andere producten toepassen waarvan je het gewicht of de inhoud weet.
Heb je vragen over rondkomen of (be)sparen? Wij denken graag met je mee. Maak een gratis afspraak op ons spreekuur.